Hét groenste tuincentrum van Eindhoven

Vogels in je tuin

EEN VOGELVRIENDELIJKE TUIN

Vogels hebben drie dingen nodig om zich in uw tuin prettig te voelen:

  • Voedsel
  • Veiligheid
  • Broedgelegenheid

Hieronder vindt u tips over hoe u uw tuin vogelvriendelijk maakt.

Heesters, bomen en planten voor vogels

Veel variatie in de tuin betekent meer plezier voor u en voor de vogels. Een verscheidenheid aan planten maakt uw tuin interessanter voor allerlei insecten, dieren én vogels.

U slaat twee vliegen in één klap wanneer u besdragende struiken of klimplanten plant. Heel geschikt zijn meidoorn (Crateagus), vuurdoorn (Pyracanta) en sleedoorn (Prunus spinosa). De doornen bieden bescherming voor kleine vogels, de bessen zorgen voor voedsel in de winter en dichte struiken bieden daarnaast nestgelegenheid. Ook braam (Rubus), vlier (Sambucus), sneeuwbal (Viburnum), appel en sierappel (Malus) zijn echte vogeltrekkers. Groenblijvende heesters en coniferen zijn ook geschikt.

Denk ook eens aan een vogelhaag. Zo'n natuurlijke afscheiding is een ideale verblijf- en broedplaats voor kleine vogels. Een andere mogelijkheid is een vogelzuil met verschillende soorten heesters die u tot één geheel snoeit. De herfst is de beste tijd om bomen en struiken te planten.

Naast besdragende struiken zijn ook eenjarige planten met zaden en insectentrekkende planten zeer geschikt om vogels naar uw tuin te trekken. Vaste planten bieden bescherming tijdens het scharrelen naar voedsel.

Vogelvoer

 

Vogelvoer

U kunt vogels in de winter bijvoeren. Veel vogels vragen vooral zaad in allerlei soorten. Maak de voerplek niet te groot of maak verschillende voerplekken met verschillende soorten voer. Anders zult u zien dat veel vogels nauwelijks aan eten toekomen, zo druk zijn ze met het wegjagen van gevleugelde mededingers.

Aan vitaminen ontbreekt het bij vogelvoer vaak. Leg daarom ook regelmatig stukjes appel (ook klokhuizen en schillen) op de voerplek, maar ververs die als ze na een week nog niet helemaal zijn opgepeuzeld. Vogels eten geen oud of rottend voer. Voor roodborstjes e.d. zijn er soorten voer waar ook gedroogde insectenlarven in zitten.

De gemengde zaadvoersoorten worden vooral gegeten door (grond)vogels zoals mussen, merels, duiven, groenlingen, vinken, maar ook door roodborstjes. Pindacakes, vetbollen, voerkransen, pindaslingers en vogelpindakaas (zonder zout!) zijn ook prima. Heel handig zijn kleine voersilo’s . Daarbij wordt minder geknoeid dan bij een voertafel. Zorg, zeker als het vriest, voor drinkwater.

Broedgelegenheid

 

Broedgelegenheid 

Naast dicht struikgewas bieden nestkastjes natuurlijk ook een uitstekende broedgelegenheid. Er zijn verschillende nestkastjes voor verschillende soorten vogels. De doorsnede van de invliegopening is bepalend voor de soort vogel die in het nestkastje gaat broeden. 

Wilt u een nestkastje ophangen, doe dat dan nu. Veel vogels beginnen al vroeg met zoeken naar een geschikte nestgelegenheid. Bovendien kan zo’n huisje goed van pas komen om in te schuilen. Hang het kastje met de opening naar het noorden of het oosten, zo is het beschermd tegen felle zon, wind en regen. De juiste hoogte om het op te hangen is tussen de 1,5 en 2 meter. Hang geen meerdere nestkasten naast elkaar. Dat zorgt voor onnodige ruzie tussen de bewoners. Een uitzondering zijn musjes, die bouwen hun nesten juist wel graag bij elkaar.